Nieuws

> AOb: ‘Bekostiging mbo moet op de schop’

AOb: ‘Bekostiging mbo moet op de schop’

Statusbericht

The page style have been saved as Normaal.

De bekostiging van het mbo moet op de schop. ‘De perverse prikkels moeten eruit’, schrijft AOb-bestuurder Tamar van Gelder in een brief aan de Kamerleden. Met de huidige bekostiging is er te weinig zicht op de besteding van het geld.

Morgen debatteert de Tweede Kamer over het mbo. De AOb stuurde daarom een brief aan de Kamerleden met aandachtspunten. De bekostiging in het mbo is één punt waar de AOb verandering in wil zien. 
 
Die bekostiging is namelijk afhankelijk van de snelheid waarmee de mbo-student zijn diploma haalt. ‘Het leidt ertoe dat instellingen geprikkeld worden om de student te adviseren de veilige route te kiezen in plaats van het hogere niveau met een kans op uitval’, aldus Van Gelder. ‘Het is funest voor het bieden van gelijke kansen.’ Ook is nu vaak onduidelijk waar het geld aan wordt besteed. Zo laat de praktijk zien dat het geld voor passend onderwijs nauwelijks in de klas terechtkomt.

Minder lesuren

Mbo-docenten zouden minder lessen moeten geven, zodat ze tijd hebben voor andere taken, zoals stagebegeleiding, examinering en het voorbereiden van lessen. Docenten zouden jaarlijks 650 klokuren les moeten geven, volgens de AOb. Dat is fors minder dan de 850 uur die ze nu voor de klas staan.

Stageplekken

Betere afspraken tussen mbo-instellingen en het bedrijfsleven voor voldoende stage-en leerplekken is een laatste punt waar de AOb voor pleit. ‘Er is nu sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid, maar het probleem is dat niemand zich écht verantwoordelijk voelt’, schrijft Van Gelder. De AOb wil dat de verantwoordelijkheid bij het onderwijs ligt en dat er door middel van een convenant afspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven.

Categorieën: 
Mbo