
Van alle OESO-landen heeft Nederland, na IJsland, het laagste percentage jongeren tussen de 20 en 24 jaar die geen onderwijs volgen of werken. De provincie Utrecht scoort het beste in Nederland met een NEET-percentage van 4,4 procent. Het NEET-percentage geeft het percentage jongeren weer dat niet werkt en geen opleiding volgt.
Dat blijkt uit onze jaarlijkse Young Workers-index. Deze index vergelijkt de economische perspectieven van jongeren van 16 tot 24 jaar in de 35 OESO-landen door een aantal factoren te combineren. Jongeren hebben gemiddeld 2.5 keer meer kans om werkloos te zijn dan volwassenen boven de 24. Nederland staat op de negende plaats.
Andere opmerkelijke punten uit het onderzoek:
- Andere landen zagen hun absolute scores verbeteren ten opzichte van vorig jaar, maar in Nederland is dat niet het geval.
- Nederland presteert al vijftien jaar als een van de beste OESO-landen op het gebied van NEET.
- Door de digitalisering ontstaan veel nieuwe banen, waarbij de zogenoemde 'digital born' in het voordeel zijn. Mits zij voldoende worden ondersteund door onderwijs.
- Overheid moet inzetten op beroepsonderwijs (zowel mbo als hbo) en beta-vaardigheden om automatisering en digitalisering het hoofd te bieden en om nieuwe kansen te creëren voor jongeren.
- Er moeten meer stagemogelijkheden komen voor jongeren, vooral ook voor jongeren met een allochtone achtergrond. Bedrijven moeten hierbij hun verantwoordleijkheden nemen, ook om onderwijs en arbeidsmarkt goed te laten aansluiten.