
In de Tweede Kamer groeit de twijfel over de banenplannen van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken. D66, tot nog toe voorstander, toonde zich in een debat met Asscher zeer kritisch over de derde aanvraagperiode. Ook de VVD vroeg Asscher of er misschien niet betere alternatieven zijn.
600 miljoen
Het kabinet heeft eerder voor de banenplannen 600 miljoen euro beschikbaar gesteld, verdeeld over drie periodes. Asscher heeft de aanvraagperiode voor de laatste tranche van 150 miljoen euro verlengd tot half september. Maar de animo lijkt terug te lopen.
Crisis voorbij
D66 en CDA vinden de verlenging geen goed idee. De laatste 150 miljoen euro kan beter besteed worden. Het CDA wijst erop dat het geld bedoeld was voor het bestrijden van werkloosheid tijdens crisis, maar in 2018 is die waarschijnlijk voorbij. Stoppen met de laatste tranche dus, zeiden Steven van Weyenberg (D66) en Pieter Heerma (CDA). Het CDA heeft altijd gezegd dat de plannen de beloofde banen niet zouden opleveren.
De banenplannen (officieel 'sectorplannen' geheten) moeten met ontslag bedreigde werknemers of werklozen via om- of bijscholing of via leerwerkplekken klaarstomen voor (nieuw) werk. Voor elke euro die Asscher inlegt, leggen vakbonden en werkgevers er minimaal één bij.
Op stoom
Asscher meldde vorige maand nog dat de uitvoering van de banenplannen echt op stoom begint te komen. Overheid, vakbonden en werkgeversorganisaties hebben er samen al 1,2 miljard euro aan uitgegeven. Het kabinet heeft tot nog toe 424 miljoen euro geïnvesteerd en de werkgevers en bonden hebben 776 miljoen euro op tafel gelegd.
Doorgaan
Asscher is echter niet van plan het derde en laatste deel van zijn banenplannen stop te zetten. Hij verlengde de aanvraagtermijn voor die derde periode onlangs tot 15 september. Ondanks kritiek in de Kamer wil Asscher dat gewoon overeind houden. Hij is wel bereid om in het najaar te bekijken of de laatste periode van zijn banenplannen genoeg oplevert en of er andere mogelijkheden zijn. Tot nog toe zijn er weinig aanvragen ingediend.