Nieuws

> Meer leerwerkplekken voor jongeren in de bouw

Meer leerwerkplekken voor jongeren in de bouw

Leerlingbouwvakkers vinden in het zuiden en westen van het land alweer wat makkelijker een leerwerkplek, het noorden en oosten blijven achter. De infra is landelijk nog steeds problematisch. 

Peter Postma, voorzitter van de vakgroep Opleidingsbedrijven van Bouwend Nederland, spreekt van een gevarieerd beeld, dat sterk regio- en sectorgebonden is. De verhoudingen in het vakonderwijs slaan wel om, maakt hij duidelijk. Jarenlang waren leerlingen nauwelijks te plaatsen bij de bedrijven omdat er te weinig werk was.

Intussen is de interesse onder jongeren flink teruggelopen. Gevolg is dat waar mogelijkheden voor een leerwerkplek toenemen, gegadigden al gauw niet meer blijken te vinden. Hij ziet het verslechterde imago van de bouw als een groot struikelblok voor het voor de toekomst van de sector gewenste herstel van de instroom.

Blij is de vakonderwijsman niettemin dat de recente opleving in de bouw doorwerkt in de ruimte bij bedrijven om jongeren weer leerwerkplekken te geven. Zijn beeld is hierover, onderstreept hij, gebaseerd op geluiden die hij opvangt van collega’s bij de vele opleidingsbedrijven, want cijfers worden niet centraal geregistreerd.

Als directeur van Bouwmensen Oss zit hij met zijn eigen opleidingsbedrijf in een goede regio wat de bouw betreft. “Als ik er boven op de huidige instroom voor de b&u twintig of dertig leerlingen bij krijg, raak ik zelfs die wel kwijt. Maar ik zie ze niet komen.” Bij de infra beschouwt hij de geringe instroom in zekere zin als een geluk bij een ongeluk. Zelfs het kleine groepje nieuwe leerlingen dat hij voor deze richting binnenhaalde, bleek niet eenvoudig te plaatsen. “Daaraan hebben we hard moeten trekken.”

Vissen

De instroom de komende jaren omhoog krijgen, wordt naar zijn verwachting een lastige klus. “Demografische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de vijver waarin we vissen opdroogt. Vissen in nieuwe vijvers wordt noodzakelijk. “Werven van zij-instromers bijvoorbeeld, zoals in de Infra al veel gebeurt.”

Dat de bouw de afgelopen jaren veel negatief in het nieuws is geweest, blijkt diens populariteit geen goed te hebben gedaan. “Nu is er weliswaar meer goed nieuws, bijvoorbeeld dat de woningbouw opknapt. Maar dan volgt een dag later weer een somber bericht over bijvoorbeeld Ballast Nedam.” Het beeld is kortom te wisselend om bij jongeren en hun ouders veel vertrouwen te wekken, meent hij. “We hebben veel meer positief nieuws nodig.”

Categorieën: