
In het schooljaar 2012/’13 verlieten ongeveer 141 duizend studenten het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Daarvan kwam 50 procent vanuit de beroepsopleidende leerweg (bol) en 50 procent vanuit de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). In de bol gaan studenten naar school en doen stages; in de bbl combineren ze werken bij een bedrijf met meestal één schooldag per week.
De 71.000 bbl schoolverlaters uit het schooljaar 2012/’13, volgden een opleiding in de volgende richtingen:
- Techniek 28%
- Zorg en welzijn 26%
- Dienstverlening 21%
- Overig 25%
2013: 9 op de 10 bbl’ers heeft direct na schoolverlaten werk
In 2013 was 67 procent van de bol’ers direct na het verlaten van het onderwijs aan het werk, voor de bbl’ers was dat 88 procent. Met 96 procent hadden bbl’ers met een opleiding op niveau 4 het vaakst een baan direct na het verlaten van de opleiding. Verder hebben bbl'ers met werk veel vaker een vast contract dan de bol'ers (54% om 17%).
Dat bbl’ers vaker vast werk hebben, hangt samen met de verschillen in leeftijd tussen bbl’ers en bol’ers. Van de bbl’ers was ruim de helft 27 jaar of ouder, tegenover 4 procent van de bol’ers. Bbl-opleidingen worden relatief vaak gevolgd door mensen die al een baan hebben. Zij volgen de opleiding om bijvoorbeeld door te groeien in hun huidige baan of om zich te laten omscholen. Omdat deze vooral buiten de schoolbanken wordt gevolgd, hoeven ze hun baan niet te onderbreken.
Overigens geldt ook voor jongere bbl-schoolverlaters dat ze vaker (vast) werk hebben na het verlaten van de opleiding dan hun leeftijdgenoten uit de bol.
2017: 72 procent van bbl-niveau 4 vast werk
Van de 38 duizend gediplomeerde bbl’ers die in 2017, vier jaar na het verlaten van het onderwijs, nog in Nederland woonden en in de tussentijd geen onderwijs meer volgden, hadden 35 duizend betaald werk (93 procent). Bbl’ers van niveau 4 hadden met 97 procent het vaakst een baan. Daarnaast had 72 procent van de bbl’ers van niveau 4 met werk een vaste arbeidsrelatie.
68 procent vond opleiding een goede basis
Bij navraag onder bbl-gediplomeerden vanuit het schooljaar 2016/’17 gaf 68 procent ruim een jaar na het verlaten van het onderwijs aan dat de opleiding een goede basis vormde voor het ontwikkelen van nieuwe kennis en vaardigheden. Bbl’ers waren een jaar na schoolverlaten ook overwegend tevreden over hun huidige functie (79 procent). Het niveau van de opleiding en het niveau dat de werkgever vereist, sloot vooral voor jongere bbl’ers niet altijd op elkaar aan. Bijna een kwart van de bbl’ers jonger dan 20 jaar gaf aan dat ze werkzaam zijn op een hoger niveau dan waarop ze zijn afgestudeerd.
Bronnen
Uitstromers mbo; arbeidsmarktpositie na verlaten onderwijs
Uitstromers mbo; arbeidskenmerken na verlaten onderwijs