Nieuws

> Loonkostensubsidie oudere leermeesters

Loonkostensubsidie oudere leermeesters

Maatregel 3 van het sectorplan Bouw & Infra 2013-2015 is bedoeld om te stimuleren dat oudere leermeesters (vanaf 55 jaar) hun vakkennis blijven overdragen aan jongeren. De werkgever van zo’n leermeester kan 50 procent van de loonkosten (vast overeengekomen loon met 32 procent toeslag) over de begeleidingsuren van de oudere leermeester vergoed krijgen, als de leermeester een of meer bbl 2- of bbl 3-leerlingen begeleidt. 

Sommigen, zo blijkt, interpreteren deze voorwaarde zo strikt dat de regeling alleen zou gelden wanneer de leermeester de leerling(en) continu begeleidt. Dat is echter niet nodig. Hij kan zich eventueel laten bijstaan door een begeleidend vakman. Dit heeft meer te maken met de ruimte die daarvoor – onder voorwaarden – bestaat in de erkenningsregeling voor leerbedrijven, dan met de subsidievoorwaarden. Voor de subsidieregeling is vooral het volgende van belang: 

  • Alleen begeleidingsuren zijn declarabel, met een maximum van 8 uur per week en niet meer dan 52 weken lang; in geld is de subsidie gemaximeerd op 4.700 euro.
  • De leerling(en) die de oudere leermeester begeleidt, hoeven niet bij het bedrijf zelf in dienst te zijn, maar mogen ook worden ingeleend van een opleidingsbedrijf.
  • De werkgever van de leerling )het opleidingsbedrijf of het individuele leerbedijrf) kan ook loonkostensubsidie voor de leerling(en) aanvragen, op grond van maatregel 4 van het sectorplan. Deze subsidie bedraagt 20% van de loonkosten gebaseerd op het wettelijk minimumloon (plus 32%), rekening houdend met de leeftijd van de leerlingwerknemer, gedurende maximaal 104 weken. Deze regeling komt bovenop de bestaande tegemoetkomingsregeling voor het opleiden van leerlingen.

Daarnaast gelden nog enige andere, vooral administratieve voorwaarden. Bekijk alle informatie over maatregel 3 en maatregel 4. Het wordt zeer op prijs gesteld, wanneer opleidingsbedrijven hun lidbedrijven – in het bijzonder de bedrijven waarvan bekend is dat zij dergelijke oudere leermeesters in dienst hebben – over deze maatregelen informeren. Fundeon doet dit overigens zelf ook, per brief en via berichtgeving in de digitale nieuwsbrief voor werkgevers. 

Looptijd van de regelingen

De loonkostenmaatregelen uit het sectorplan (er zijn er behalve deze twee nog drie) kennen een looptijd van 1 november 2013 tot 1 november 2015, met uitzondering van maatregel 4, de loonkostensubsidie voor bbl-leerlingen.

Voor maatregel 3 betekent dit dat werkgevers met oudere leermeesters nu nog bijna een jaar gebruik kunnen maken van de regeling. Maar de regeling kent terugwerkende kracht tot 1 november 2013. Dus als de oudere leermeester al eerder een of meer leerlingen begeleidde, kan de subsidie vanaf dat moment worden toegekend.

Maatregel 4 geldt alleen voor bbl 2- of bbl 3-leerlingen die na 1 november 2013 en voor 1 januari 2015 aan de opleiding beginnen. Die regeling kent ook terugwerkende kracht, maar 104 weken subsidie is het maximum. Voor een leerling die op 31 december 2014 aan de opleiding begint, kan dus recht op subsidie bestaan tot en met 31 december 2016.

Fundeon, 5 december 2014

Leerwerkloket: