
De gemeente Rotterdam stelt komend jaar 350.000 euro extra beschikbaar voor laagdrempelige taalactiviteiten voor volwassenen. Dit (mede) naar aanleiding van onderzoek door CINOP Advies. Het geld is beschikbaar voor de gebieden Delfshaven, IJsselmonde, Hoogvliet, Feijenoord en Charlois. Hier is het aantal laaggeletterden hoger dan het stedelijk gemiddelde.
In Rotterdam is er een groot aanbod van taalcursussen en –activiteiten om de Nederlandse taal te verbeteren. Het extra geld dat nu beschikbaar wordt gesteld gaat naar taalactiviteiten zonder diploma, begeleid door vrijwilligers en professionele docenten. Investering in deze activiteiten zorgt voor een doorstroom naar cursussen op een hoger niveau.
Onderzoek
De intensivering komt na de uitkomsten van onderzoek van CINOP Advies, OBI, de Universiteit van Maastricht (ROA en ERD), ETIL en Kohnstamm Instituut naar laaggeletterdheid in Rotterdam. Omdat laaggeletterdheid nergens geregistreerd staat, zijn alle gegevens hierover schattingen. Uit de nieuwe cijfers blijkt dat het aantal laaggeletterden in Rotterdam tussen 80.000-96.500 ligt. Dit is gemiddeld 21% van de Rotterdamse beroepsbevolking.
Factoren laaggeletterdheid
Laaggeletterdheid kent een aantal factoren: leeftijd, herkomst (vooral 1e generatie migranten), opleidingsniveau en status op de arbeidsmarkt. Rotterdam telt ten opzichte van Nederland veel migranten, veel lager opgeleiden (mensen zonder startkwalificatie), en veel werklozen. Deze factoren hebben een negatief effect op laaggeletterdheid. Daarentegen heeft Rotterdam een jongere leeftijdsopbouw, wat een dempend effect heeft op laaggeletterdheid.