
In de Rijswijkse Bibliotheek was afgelopen donderdag een speciale voorstelling te zien over laaggeletterdheid. Een initiatief dat is gehouden door Bibliotheek aan de Vliet, Welzijn Rijswijk, ROC Mondriaan en Rijswijk Doet (Doe Weer Mee). “We moeten scherp zijn en zodra we de signalen hiervan herkennen meteen in actie komen. Het is belangrijk dat mensen mee kunnen doen in de maatschappij en zelfredzaam worden.”
Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar ongeveer 2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Dit aantal is bijna één op de zes. Laaggeletterdheid is geen analfabetisme, maar betekent eindniveau VMBO of MBO 2/3. Kortom: je hebt moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Opmerkelijk: Regio Haaglanden, waaronder Rijswijk, scoort hoog in dit segment. Velen die hiermee kampen weten dit vaak handig te omzeilen, omdat ze het voor de buitenwereld niet kenbaar willen maken. Misschien wel begrijpelijk vanuit hun standpunt. Gelukkig ontstaan er de laatste jaren genoeg initiatieven om dit taboe te doorbreken. Marjoleine de Leu is werkzaam als programma-ontwikkelaar maatschappelijke bibliotheek bij de Bibliotheek aan de Vliet, en heeft zich gespecialiseerd in dit onderwerp. “Laaggeletterdheid ontstaat door verschillende omstandigheden, een taalachterstand kan in de kindertijd ontstaan, maar je kunt het ook verleren door het te weinig te doen. Aan ons om er een belangrijk thema in de maatschappij van te maken,” legt ze uit. “Heel veel laaggeletterden hebben meestal goed in hun werk kunnen functioneren, maar tegenwoordig wordt in alle beroepen van je verlangd dat je de basisvaardigheden beheerst. Toch is de drempel vaak te hoog voor deze groep om het probleem van niet goed kunnen lezen en schrijven aan te kaarten. Sowieso is het niet eenvoudig om mensen te bereiken die al zo lang met dit probleem worstelen, en met deze coronatijd wordt het ook nog eens een stuk lastiger.” We leven inderdaad in een maatschappij die van ons verlangt dat we steeds meer digitaal doen. Niet iedereen kan dit goed bijbenen. Zaken als DigiD, internetbankieren en de OV-chipkaart zijn allemaal dagelijkse bezigheden die wij waarschijnlijk prima beheersen maar voor laaggeletterden minder vanzelfsprekend zijn.”
Basta is een theatergroep die veel maatschappelijke thema’s behandelt en dat is te merken tijdens de voorstelling. Ze brengt goed in kaart hoe je als sociaal hulpverlener met problemen van cliënten moet omgaan. Jammer dat corona weer roet in het eten gooit en er bij deze voorstelling maar een maximum aantal van twintig man kan zijn. Het publiek bestaat grotendeels uit hulpverleners van instanties die regelmatig met laaggeletterdheid te maken krijgen. De actrices spelen een scène waarin Trees via buurtwerker Carla bij sociaal hulpverlener Anne belandt. Trees heeft onlangs haar man Hans verloren. Het gaat niet goed met haar en ze staat er nu helemaal alleen voor. Ze schaamt zich er voor om te zeggen dat ze moeite heeft om haar financiële administratie op een juiste wijze af te handelen. Beetje bij beetje wordt het Anne duidelijk dat Trees niet goed kan lezen en schrijven. Hoe gaat Anne hier mee om? Er komt veel input uit het publiek, waardoor de scene na een aantal keren steeds beter wordt en beide vrouwen nader tot elkaar komen. Anne moet Trees duidelijk maken dat haar probleem niet iets is om zich voor te schamen. Anne gaat Trees helpen om via een cursus haar lees- en schrijfvaardigheden te verbeteren. Nu maar hopen dat het in het toekomst gaat verbeteren, want goed lezen en schrijven is als sporten voor je brein.
“Dit moet echt de wereld uit.”